Peuter:
Het hele jonge kind kan tegen problemen aanlopen, wanneer het spelen onvoldoende op gang komt. De ergotherapeute kan vaststellen wat hier de reden van is.
- Angst voor materiaal
- Speelgoed daagt onvoldoende uit
- Moeite met hanteren van speelgoed
- Gooien met speelgoed
- Niet alleen spelen
Problemen met de sensomotorische integratie:
Vanaf 3 jaar begint het kind een voorkeurshand [tekenhand] te ontwikkelen. Bij sommige kinderen komt dit proces moeizaam op gang, veelal ten gevolge van instabiliteit van de romp of zwak evenwicht. Dit kan heel goed geoefend worden. Door de problemen te inventariseren, kan er een behandelplan gemaakt worden waardoor het kind tot spelen wordt uitgedaagd en er plezier in krijgt.
Vanaf 3 jaar begint het kind een voorkeurshand [tekenhand] te ontwikkelen. Bij sommige kinderen komt dit proces moeizaam op gang, veelal ten gevolge van instabiliteit van de romp of zwak evenwicht. Dit kan heel goed geoefend worden. Door de problemen te inventariseren, kan er een behandelplan gemaakt worden waardoor het kind tot spelen wordt uitgedaagd en er plezier in krijgt.
Baby’s en peuters helpen uitzichzelf mee met aan/ uitkleden; met eten en drinken.
Baby:
- helpt mee met aan/ uitkleden door een arm of been uit te steken.
- wil zelf een lepeltje pakken of pakt eenstukje brood dat aan een vorkje geprikt zit.
Peuters:
- Bij het leren aan/uitkleden is kleren uittrekken makkelijker dan kleren aan trekken.
- Sokken en schoenen uittrekken wanneer het kind op de grond zit
- Grotere kledingstukken pas leren aan/uittrekken als het evenwicht goed is.
- Langzamerhand kan het peutertje beginnen met aankleden. Als de peuter naar groep 1 gaat is het prettig voor het kind EN de leerkracht als het zelf zijn kleren aan/ uitkan doen, ivm gymen. Bij problemen hiermee is het altijd mogelijk dat de kinderergotherapeute samen met de ouders beoordeelt wat er aan gedaan kan worden.