Het schoolgaande kind:
Problemen in de fijne motoriek kunnen van jongs af aan zichtbaar zijn. Bij baby’s die onvoldoende op onderzoek uit gaan, of bij peuters die niet tot spelen komen, of bij het schoolgaande kind.
Op school worden de moeilijkheden voornamelijk vastgesteld door de leerkrachten. De juf signaleert dat het kind bv. moeite heeft om binnen de lijntjes te kleuren. Zij kan een ergotherapeutisch onderzoek aan de ouders adviseren.
Er zijn kinderen die moeite hebben met:
- Oog hand coördinatie: samenwerking tussen ogen en handen
- Sturing en verfijning van arm hand bewegingen
- Samenwerking van beide handen
- Ontwikkelen van een voorkeurshand [lateralisatie]
- Tekenen, knutselen, schrijven
- Automatiseren van handelingen
- Tempoverhogingen
- SMI problemen [sensomotorische integratie]
Daarnaast hebben sommige kinderen moeite met stil zitten of met concentreren.
Problemen met de fijne motoriek veroorzaken dikwijls moeilijkheden bij het schrijven. [zie elders]
Bij alle handelingen die je verricht, handel je volgens een bepaald plan dat je in je hoofd hebt. Niet alle kinderen gaan uit van een plannetje of werken volgens een bepaalde strategie. Dit kan lastig zijn wanneer het kind op school zit en bepaalde opdrachtjes of taakjes moet doen op een bepaalde manier, zoals tekenen, knippen, knutselen of wanneer het iets moet leren, zoals lezen, rekenen, schrijven. Het kind wordt onzeker. Het automatiseren komt moeizaam of vertraagd op gang, waardoor een leerachterstand kan ontstaan.
Bij kinderergotherapie kan het kind leren om gericht te werk te gaan middels verschillende methodes, waaronder de CO-OP. Dit is een prestatiegerichte methode. Hierbij gaan we uit van de methode van Meichenbaum: go-plan-do-check. [beertjes methode]
Opletten in de klas is niet voor alle kinderen even makkelijk. Het kan zijn dat kinderen snel zijn afgeleid door geluiden of bewegingen van anderen, moeite hebben met concentreren, zich bijna niet kunnen richten op een taakje, moeite hebben om te focussen of aandacht te blijven houden.
Concentratie problemen kunnen ontstaan doordat het kind een zwakke balans heeft. Denk aan wiebelkinderen die balanceren op de stoel of regelmatig van de stoel af vallen. Er gaat bij deze kinderen zoveel energie naar het handhaven van het evenwicht, dat er weinig energie over blijft om op te letten.
Ook de verwerking van binnenkomende informatie kan aandachtsproblemen veroorzaken. [SMI]
Het jonge kind ontdekt op een speelse manier de ruimte waarin het zich bevindt. De begrippen hoog- laag- boven- onder – in –uit- links- rechts – platte vlak- drie dimensioneel worden ontdekt.
Door op de trap te lopen leert het kind omhoog en omlaag te gaan. De speeltuin is heel belangrijk voor de ontwikkeling van vrij bewegen.
Het kind leert links en rechts te onderscheiden.
Kinderen gaan puzzelen en bouwen.
Dit is allemaal bepalend voor het leren op latere leeftijd.
Bij sommige kinderen komt dit proces niet of moeizaam op gang.
De kinderergotherapeute kan onderzoeken wat de reden is waarom dit niet op gang komt en kan adviezen geven of het kind kortdurend begeleiden.
Voor schrijven heeft een kind een voorkeurshand nodig. Ontwikkelen van een voorkeurshand: lateralisatie.
Vanaf 3 jaar begint zich een voorkeurshand [schrijfhand] te ontwikkelen. Bij sommige kinderen komt dit proces moeizaam op gang, veelal ten gevolge van instabiliteit van de romp of zwak evenwicht.
Als het kind 4 jaar is, heeft de voorkeurshand zich ontwikkeld en is de pengreep bijna goed. Het tekenen en kleuren komt op gang. Sommige kinderen vinden dit erg moeilijk.
Vanaf 5 jaar kan het kind een poppetje tekenen met hoofd, armen en benen, met een functionele pengreep. Schrijfvoorwaarden ontwikkelen zich en het kind kan de eigen naam schrijven.
In groep 2 [6jaar]krijgt het kind interesse in letters en maakt het kennis met de schrijfletters. Er worden dikwijls schrijfoefeningen gedaan op school.
In groep 3 leert het kind schrijven volgens een schrijfmethode, afhankelijk van de school. Meestal worden de schrijfletters eerst los geoefend, daarna aan elkaar. De letters worden eerst tussen lijntjes met een grote afstand geschreven en de afstand tussen de lijntjes wordt steeds kleiner, tot de hulplijntjes niet meer nodig zijn [groep 5-6].
Schrijven is moeilijk…..
Er zijn kinderen die veel moeite hebben met schrijven. Schrijven is een heel complexe bezigheid. Het is een combinatie van lezen en fijne motoriek. Het kind leert letters lezen en moet die op papier gaan zetten = schrijven. Meestal worden de letters in het begin getekend en daarna pas geschreven = geautomatiseerd.
Problemen die zich voordoen:
- Aanleren van de methodische schrijfletters
- Aan elkaar schrijven
- Tussen de lijntjes schrijven
- Automatiseren
- Leesbaar schrijven
- Tempo maken
De kinderergotherapeute analyseert de problemen en stelt samen met ouders, kind en leerkracht een plan op om het schrijven te verbeteren.
Het is belangrijk dat kleuters voldoende voorbereid zijn op het schrijven. Om de leerkrachten hiervan zeker te laten zijn, kan de school overwegen een klas-schreening te laten plaatsvinden door de kinderergotherapeute.
- De screening kan plaatsvinden in groep 2. Hierbij worden de voorbereidende schrijfvaardigheden beoordeelt.
- De screening kan plaats vinden in groep 3. Hierbij wordt de werkhouding, de hoogte van de tafels en stoelen en de pengreep bekeken en de kinderergotherapeute beoordeelt samen met de leerkracht hoe de beginfase van het schrijven verloopt.
Problemen in de schrijfontwikkeling kunnen op deze wijze in een vroeg stadium worden ontdekt.
De leerkracht is op tijd gealarmeerd en het kind kan een [aan]gepast programma krijgen.
Daarnaast kan de kinderergotherapeute het kind begeleiden bij de specifieke problemen, bv door pre-teaching of door oefenen van de letters, in samenwerking met de leerkracht.
Voordeel hiervan is dat een mogelijke leerachterstand kan worden voorkomen.
- Wanneer niet alle prikkels adequaat binnenkomen, kan het kind problemen krijgen met concentreren bv een kind dat moeilijk stil kan zitten, heeft zoveel energie nodig om te blijven zitten, dat het onvoldoende aandacht heeft om daarnaast ook nog op te letten.